Heb jij last van een stekende uitstralende pijn vanuit je bil? Een pijn die je belemmert bij je bewegingen? Dan kan het zijn dat je last hebt van het piriformis syndroom. Wat is het en is er iets aan te doen?
Wat is het piriformis syndroom?
In je bil zit een peervormige spier met de naam musculus piriformis. Deze spier loopt van de binnenkant van je bekken naar de achterkant van je heupgewricht. Het zorgt ervoor dat we ons bovenbeen naar buiten kunnen draaien.
Onder deze spier loopt de grote zenuw. Bij sommigen loopt de grote zenuw zelfs door de musculus piriformis heen. Op het moment dat deze spier verhardt of opzwelt, dan komt deze in aanraking met de nervus ischiadicus, de grote heupzenuw. Door deze aanraking raakt die grote heupzenuw geïrriteerd en daarna kan deze ontstoken raken. Hierdoor kun je onder andere een stekende pijn in je bilregio krijgen die kan uitstralen naar je been.
Symptomen van het piriformis syndroom
De klachten verschillen van persoon van persoon en hebben veel weg van de klachten die gepaard gaan met een hernia. Mogelijke symptomen zijn:
- Pijn in je bil bij het zitten die uit kan stralen naar je bovenbeen.
- Tintelingen in het been die uit kunnen stralen naar de voet.
- Gevoelloosheid of een vermoeid gevoel in de benen of juist kramp.
- De pijn wordt erger bij langdurig zitten, omdat er dan nog meer druk op de musculus piriformis komt te staan waardoor de zenuw extra wordt ingeklemd.
- Maar ook lopen, rennen of traplopen kan de pijn verergeren.
Oorzaak van het piriformis syndroom
Eén van de oorzaken kan zijn de afwijkende manier waarop de zenuw de spier bij iemand passeert. Daarnaast zijn er twee mogelijke oorzaken voor dit syndroom, te weten een verkeerde houding en letsel in het achterwerk.
1. Verkeerde houding
Door een verkeerde manier van bewegen vooral rond het bekken en de lage rug kan de piriformis-spier te gespannen gaan staan en zo de zenuw afknellen. Ook lijkt het regelmatig voor te komen bij mensen die een heupoperatie hebben gehad. Zij bewegen zich tijdelijk anders waardoor de beknelling kan ontstaan.
2. Letsel in het achterwerk
Maar ook een ongeluk of een val op de bil kan het veroorzaken, evenals lange afstanden hardlopen of juist langdurig zitten.
Risicofactoren
Het blijkt dat balletdansers een hoger risico lopen. Dit komt doordat zij hun pirifomis-spier voortdurend gebruiken bij het uitdraaien van hun heupen. Ook vrouwen en mensen van 40 jaar en ouder hebben een grotere kans op het ontwikkelen van dit syndroom. Overgewicht kan ook een risicofactor zijn en bij zwangere vrouwen komt het ook regelmatig voor.
Diagnose piriformis syndroom
Het is vaak lastig om de diagnose te stellen, omdat de klachten overeenkomen met klachten die horen bij een hernia of rugklachten. De arts zal de diagnose stellen op basis van de klachten die iemand heeft en een lichamelijk onderzoek. Om andere oorzaken uit te sluiten kan je arts voor aanvullend onderzoek kiezen die bestaat uit een: echografie, CT-scan, MRI-scan of elektromyografie. Helaas kan ook een scan of röntgenfoto niet altijd uitsluitsel geven.
Behandeling piriformis syndroom
Bewegen is een zeer belangrijk onderdeel van de behandeling. In de meeste gevallen is de piriformis verkort. Een fysiotherapeut kan dan met speciale oefeningen proberen om deze spier op te rekken, zodat hij de heupzenuw niet langer belemmert.
Ook kunnen de triggerpoints behandeld worden met dry needling, accupunctuur en massage. Door het oprekken van een spier lukt het beter om die te ontspannen. Daarnaast krijg je oefeningen mee die de overige spieren in de bil-, heup- en bekkenregio versterken.
De fysiotherapie kan eventueel vergezeld worden van medicatie, zoals paracetamol in combinatie met pijnstillers met een ontstekingsremmende werking. In de meeste gevallen is deze behandeling effectief. Echter, wanneer de klachten hiermee niet verminderen of verdwijnen dan is een pijnblokkade een mogelijkheid. Heel soms wordt de spier stilgelegd met een injectie met botox. Botox werkt voor circa maanden dus de behandeling moet eventueel na die periode nog weer herhaald worden. In uiterst zeldzame gevallen wordt er ook weleens geopereerd.
Bronnen: Albert Schweitzer Ziekenhuis en Rijnstate
Delen:
gepubliceerd door C. van Etten.