Het lijkt erop dat tegenwoordig alles draait om gewicht. De tijdschriften staan vol met artikelen over overgewicht, over obesitas en over afvallen. Maar er zijn ook mensen die kampen met een ondergewicht. Wanneer ben je te dun? Wat kun je er aan doen?
Wanneer ben je te mager?
In de medische praktijk betekent een BMI of QI lager dan 18,5 ondergewicht. De vetmassa kan eveneens als referentie worden gehanteerd. De normale waarden voor vrouwen zijn 20% tot 25% en voor mannen 15 tot 20%. Eurostat, het Europees bureau van de statistiek, heeft bekend gemaakt dat Europese vrouwen meer lijden aan ondergewicht dan mannen: 25% van de Franse vrouwen (ten opzichte van slechts 6% van de mannen) en 25% van de Italiaanse dames.
Oorzaken van te dun zijn
Er kunnen verschillende oorzaken zijn van je ondergewicht. Een deel van de mensen die te dun zijn, zijn altijd al dun geweest in vergelijking met mensen uit de omgeving. Een deel van deze mensen is al zijn hele leven bezig om aan te komen. Maar dat aankomen dat kan erg lastig zijn wanneer je bijvoorbeeld een hele snelle stofwisseling hebt. Echter, er kunnen ook andere aandoeningen spelen waardoor er ondergewicht ontstaat zoals bijvoorbeeld chronische stress of emotionele problemen.
De meest voorkomende oorzaken van ondergewicht zijn:
- Erfelijkheid. Verschillende studies geven aan dat lichaamssamenstelling en erfelijkheid met elkaar in verband staan. Er is ook een genetisch verband gevonden tussen de lichaamssamenstelling en de eetlust enerzijds en de lichaamssamenstelling en het energieverbruik anderzijds.
- Anorexia, boulimia of een andere eetstoornis is in veel gevallen de oorzaak van ondergewicht.
- Wanneer je herstellende bent van een ziekte of emotionele problemen hebt dan kan dat invloed hebben op je eetlust, waardoor je minder gaat eten.
- Wanneer je een depressie hebt dan kan dat invloed hebben op je eetlust zowel met ondergewicht als overgewicht als gevolg.
- Een overactieve schildklier zorgt er voor dat je stofwisseling beïnvloedt wordt waardoor ondergewicht kan optreden.
Gevolgen van ondergewicht
Mensen die van nature mager zijn, zullen daar over het algemeen weinig hinder van ondervinden. Wel willen ze vaak wat zwaarder zijn. Maar voor een bepaalde groep mensen is het zinvol om hun lichaamsbouw te leren accepteren zoals deze is. Echter ernstig ondergewicht kan samen gaan met bepaalde lichamelijke en psychische klachten. Gevolgen van ondergewicht kunnen een verminderde conditie en concentratieverlies zijn en bij vrouwen kan de menstruatie stoppen. Tevens bestaat er een verhoogd risico op osteoporose. De gevolgen van ondergewicht op de lange termijn kunnen groot zijn. Een lichaam heeft namelijk vetreserves nodig om te kunnen functioneren. Wanneer deze vetreserves er niet meer zijn worden de: spieren, lever, nieren en andere organen aangetast. Aangezien het hart ook een spier is kan ernstig ondergewicht uiteindelijk de dood tot gevolg hebben.
Hoe kun je aankomen?
Er bestaan geen wonderoplossingen om zo maar aan te komen, maar onderstaande praktische tips zouden kunnen helpen.
- Weeg jezelf
Meten = weten, dus sta 1 keer per week op de weegschaal om veranderingen in je gewicht te zien. Wanneer je dit doet da werkt dat erg motiverend omdat je resultaat begint te zien en te meten. Bespreek met je arts of diëtist wat het gewicht is waar je naar toe gaat werken. - Eet op vaste tijden
Eet tenminste 3 maaltijden per dag. En voor de mensen die het lastig vinden om hele maaltijden te eten die kunnen bijvoorbeeld die 3 maaltijden over 5 tot 7 kleine maaltijden verdelen. Probeer telkens wat meer te eten Neem rustig de tijd om te eten en kauw je eten goed en probeer telkens wat meer te eten. - Eet veel producten met eiwit
Om spieren (weer) op te bouwen is eiwit nodig en is het belangrijk dat je veel beweegt. Eiwit haal je vooral uit producten zoals vlees, kip, vleesvervangers, vis, ei, melk, melkproducten, sojaproducten, peulvruchten en noten. - Neem wat extra vet
Dan bedoelen we geen fastfood maar gebruik vloeibare bak- en braadproducten of olie voor het bereiden van de maaltijd en smeer margarine op je brood. Wanneer je aan moet komen kun je de vettere varianten van vlees, zuivelproducten en kaas nemen. Noten, avocado en vette vis zijn ook geschikt. - Eet vezels
Voor een goede stoelgang zijn vezels nodig. Vezels zitten veel in groente en fruit en in volkorenproducten, zoals in volkorenbrood, volkorenpasta en zilvervliesrijst. Merk je dat je van volkorenproducten snel vol zit en daardoor weinig kan eten? Dan is het advies om even voor iets lichtere soorten te kiezen, zoals bruin brood.
Bronnen: nice-info.be, voedingscentrum.nl en gewichts-toename.nl
Delen:
gepubliceerd door C. van Etten.
onderschreven door P.M. Mulder (arts)