De Triple-test is bedoeld om het risico te schatten op het krijgen van een kind met het syndroom van Down en/of een neuraalbuisdefect.
Het meest geschikte moment voor deze test is een zwangerschapsduur van 16 weken.
Een nadeel van de triple-test is dat het onderzoek geen zekerheid geeft, maar alleen een indicatie van de kans op de genoemde afwijkingen.
De test wordt uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), waar de gegevens van de Triple-testen worden opgeslagen in een database.
De test wordt afgenomen door de gynaecoloog. Verloskundigen mogen dit onderzoek niet aan zwangeren aanbieden. Hiervoor is een vergunning nodig van de Wet op het Bevolkingsonderzoek (WBO). U kunt de verloskundige, huisarts of gynaecoloog wel vragen om nadere informatie over deze test.