Ga rechtop zitten. Met je bekken zo ver mogelijk achterin de stoel. Zorg dat je goed bij de auto pedalen kunt. Afstand tussen de knieholte en de voorkant van de stoel is een vuistbreedte (5 tot 10 cm). Je bovenbeenmoet rusten op de zitting. Bij het intrappen van de pedalen moet de stand van je boven been t.o.v. de stoel niet veranderen. De hoek tussen je bovenbenen en romp dient globaal 90° te zijn. Creëer voldoende steun voor in je de onderrug.