De laatste jaren zijn Nederlanders iets gezonder gaan leven. Het percentage rokers is gedaald, ook het percentage zware drinkers werd iets lager. Steeds meer Nederlanders bewegen voldoende en er is geen toename meer van het aandeel volwassenen met matig overgewicht. De trend van ernstig overgewicht daarentegen blijft nog steeds stijgend. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Minder rokers
In 2007 rookte 31 procent van de Nederlandse mannen van 12 jaar of ouder. Bij de vrouwen was dat 25 procent. Bij mannen lijkt de dalende tendens van vóór 2004 weer opgepakt te worden. De laatste drie jaren bleef het percentage rokende vrouwen vrijwel constant. Bij zowel mannen als vrouwen vermindert de laatste jaren het aantal zware rokers. Een andere positieve ontwikkeling betreft het aandeel jongeren dat nooit heeft gerookt. In de leeftijdsgroep van 12 tot 24 jaar steeg dit van 58 naar 66 procent tussen 2001 en 2007.
Licht dalende trend van zware drinkers
Bijna 11 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder behoorde in 2007 tot de zware drinkers. In 2001 was dat nog bijna 14 procent. In de periode tussen 2001 en 2007 is het percentage zware drinkers dus afgenomen. Het percentage zware drinkers onder mannen is met 18 procent ruim vier keer zo hoog dan onder vrouwen (4 procent). Eén op de vijf Nederlanders drinkt nooit alcohol.
Meer Nederlanders bewegen voldoende
Het percentage Nederlanders vanaf twaalf jaar dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen was in 2007 weer een fractie hoger dan in 2006. Sinds 2001 is het aandeel mensen dat voldoende beweegt gestaag toegenomen van 52 tot 56 procent. Dat is het geval voor zowel de mannen als de vrouwen.
Matig overgewicht neemt niet meer toe
Bijna 35 procent van de volwassen Nederlanders had in 2007 te maken met matig overgewicht. Tot 2002 nam matig overgewicht jaarlijks toe, maar de laatste jaren blijft het cijfer nagenoeg constant. In 2007 had ruim 40 procent van de mannen en bijna 30 procent van de vrouwen matig overgewicht.
Over een langere periode gezien blijft het aandeel volwassenen Nederlanders dat kampt met ernstig overgewicht echter nog steeds stijgen. In 2007 ging ruim 11 procent van de volwassenen gebukt onder ernstig overgewicht. Dat is meer dan een verdubbeling in 20 jaar. Ernstig overgewicht komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen: 12 versus 10 procent.
Zit u er echt op te wachten? Weer een overheidscampagne! Ditmaal om de Nederlander aan te sporen meer te bewegen. Freek de Jonge heeft daar zo zijn eigen gedachten over. In zijn show Het Laatste Oordeel op oudejaarsavond 2001 trekt hij ten strijde tegen geldverslindende overheidscampagnes. Eigenlijk ook tegen onnadenkende mensen! 'Want', stelt Freek, ‘de meeste mensen gaan dood door niet goed na te denken’ (beeldfragment 2.5 mb). Hij doelde daarmee overduidelijk op ‘nadenken over bewegen’.
Geheel in stijl schetst hij de trimmer in het bos die zijn best doet een olympische limiet te behalen. Om vervolgens uitgeteld op de bank neer te ploffen om zich niet te realiseren ‘hoe hij door de overheid wordt belazerd’.
Freek legt onbewust de vinger op een pijnlijke plaats: bewegen zonder na te denken is vol risico; niet bewegen zonder na te denken evenzeer!! ‘Nadenken over bewegen’, het zou de titel van dit artikel kunnen zijn. Het roept de lezer op om na te denken over de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Om u alvast in de stemming te brengen de volgende vragen, om over na te denken…
Behoort u tot de groep Nederlanders die te weinig actief is? Vast niet. U beweegt regelmatig. U wandelt, u fietst, u tuiniert. Misschien beoefent u een sport. Mogelijk heeft u een tevreden gevoel over uw lichaamsbeweging. Maar waar baseert u dat op? Kent u de feiten? En heeft uw beweeggedrag eigenlijk wel invloed op uw gezondheid?
Onderzoek
Onderzoekers concludeerden dat mensen minder bewegen naarmate ze ouder worden en dat deze afname al zichtbaar wordt vanaf het 21e jaar. Op een leeftijd van 36 – 37 jaar wordt bij ongeveer 40% van de Nederlanders overgewicht geconstateerd als rechtstreeks gevolg van te weinig bewegen. Belangrijke opmerking daarbij is dat ons eetpatroon minder invloed heeft dan vaak wordt gedacht. De overheid heeft er belang bij te voorkomen dat veel mensen ten gevolge van een inactief leven ziek worden en veel te vroeg een beroep doen op gezondheidszorg.
Eind 2001 heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de nota ‘Sport, bewegen en gezondheid’ uitgebracht. Hierin wordt beschreven op welke wijze sport en bewegen invloed hebben op het behalen van gezondheidswinst en het terugdringen van gezondheidsrisico's. Een belangrijk uitvloeisel van deze nota is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB).
Wat is de Nederlandse beweegnorm?
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) is in 1998 vastgesteld en werd afgeleid van internationale richtlijnen. De norm verschilt per leeftijdsgroep en is vastgesteld op minimaal 5 dagen in de week 30 minuten matig intensief bewegen. Deze 30 minuten mogen in verschillende blokken uitgevoerd worden (bijvoorbeeld 3 x 10 minuten per dag past ook binnen deze norm).
De NNGB per leeftijdsgroep:
1) Jeugd (onder de 18 jaar): dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie).
2) Volwassenen (18-55 jaar): een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.
3) 55-plussers: een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.
Voor niet-actieven, zonder of met lichamelijke beperkingen, is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging meegenomen.
Matig intensief !!
Wat houdt "matig intensief bewegen" eigenlijk in? Deze vage omschrijving wordt duidelijk als we uitgaan van ons energieverbruik in rust. In rust, bijvoorbeeld tijdens zitten of liggen gebruiken we natuurlijk óók energie. De hoeveelheid energie is afhankelijk van ons gewicht. Het totale energieverbruik in rust is dus voor iedereen verschillend! Dat totale, individuele energieverbruik in rust heeft een naam: MET. MET is een afkorting voor METabolic equivalent en is een maat voor stofwisselingsprocessen. Onze MET-waarde in rust is 1. Een MET-waarde van 2 geeft dus aan, dat u 2 maal de energie verbruikt die u normaal tijdens rust nodig hebt. Nu we weten wat we in rust gebruiken, kunnen we ook de term “matig intensief” omschrijven. Voor volwassenen geldt dat matig intensief bewegen overeenkomst met MET-waarden tussen 4 en 6.5. Activiteiten die hierbij aansluiten zijn: wandelen 5 km/uur = 4 MET, fietsen 16 km/u = 6.5 MET. Voor jeugd geldt een MET-norm van 5 (fietsen) tot 8 (rennen). Voor 55-plussers geldt een MET-waarde van 3 (wandelen 4 km/u) tot 5 (fietsen 10-12 km/u). Zie voor een indruk van activiteiten met bijbehorende MET-waarden de tabel.
ACTIVITEIT MET-waarde
Rust (liggen, zitten, ontspannen staan, eten, spreken)
1.0
Autorijden, piano spelen, computeren, typen
2.0
Wandelen 4 km/uur
3.0
Wandelen 5 km/uur
4.0
Fietsen 10-12 km/uur
5.0
Fietsen 16 km/uur
6.5
Zwemmen (crawl) 1 km/uur
5.0
Zwemmen (crawl) 3 km/uur
20.0
Rennen/joggen
8.0
Matig intensief bewegen varieert dus met de leeftijd. Ook is het van belang om zoveel mogelijk spieren daarbij te gebruiken. Vanuit gezondheidsoogpunt is zodoende de meeste winst te behalen. Wélke winst dat precies is, wordt in de nota en de beweegnorm niet besproken en dat is een gemiste kans. Om meer inzicht te geven in de effecten van bewegen op het lichaam en lichamelijke functies, heeft het IBV een aantal functies verder uitgewerkt. Deze zijn terug te vinden in de encyclopedie en gaan in op bloeddruk, cholesterol, botten, spieren en energiehuishouding.
Gezond of fit?
Er bestaat een belangrijk verschil tussen het verbeteren van gezondheid en het verbeteren van fitheid. Gezondheidswinst wordt al bereikt met activiteiten met een lage tot matige intensiteit. Wandelen, fietsen, traplopen, tuinieren e.d. leveren, zoals eerder beschreven, al een behoorlijke gezondheidswinst op. Echter, om FIT te worden is meer nodig. Dit komt omdat we fitheid anders definiëren. Een internationaal gehanteerde definitie van lichamelijke fitheid is “ het vermogen om spierarbeid bevredigend uit te voeren”.
Fitheidverbeteringen zijn niet met matig intensief bewegen te realiseren. Daar moet u meer voor doen. De intensiteit, het aantal METS, moet omhoog.
Uw hartslag kan als hulpmiddel dienen om uw fitheid te vergroten. Als u gaat sporten moet de hartslag boven een bepaalde “drempel” uitkomen. Dan pas zullen lichaamsfuncties fitheidveranderingen laten zien.
Om uw eigen optimale trainingsfrequentie te berekenen, kunt u gebruik maken de methode van Karvonen.
Ter Discussie
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen geeft een algemeen advies omtrent bewegen en gezondheid. Opvolgen van deze adviezen zal vooral gezondheidswinst opleveren die in belangrijke mate hart- en vaataandoeningen helpt voorkomen. De norm houdt echter weinig rekening met lichamelijke beperkingen en/of chronische aandoeningen. Hierdoor zullen juist mensen met vergrote risico’s op hart- en vaatziekten buiten de boot vallen. Aangepaste normen en praktische adviezen voor specifieke doelgroepen zijn daarom van belang.
Ook fitheidverbeteringen mogen van de norm niet worden verwacht. Mensen die reeds ‘in conditie’ zijn, moeten zich door de norm niet letterlijk in slaap laten sussen. Fitheid beschermt niet alleen tegen hart- en vaataandoeningen, maar ook tegen andere, veelvoorkomende, welvaartsziekten. In toekomstige artikelen komt het IBV hierop terug.
Aangepaste normen voor specifieke doelgroepen: een kritische beschouwing van de huidige NNGB
Zoals in het IBV-artikel de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) reeds beschreven is, geeft de NNGB een algemeen advies omtrent bewegen en gezondheid. Opvolgen van deze adviezen zal vooral gezondheidswinst opleveren voor voorkoming van hart- en vaataandoeningen. De norm richt zich met name op hart en spieren.
Maar wat heb je nu aan de NNGB als je hart en spieren al problemen hebben? Kun je dan ook de adviezen klakkeloos overnemen? Het IBV stelt dat u daar niet zo maar van uit kunt gaan.
En hoeveel, maar vooral ook wat moet u bewegen als u een andere chronische aandoening heeft? Geldt de NNGB bijvoorbeeld ook voor mensen met botontkalking (osteoporose)? En welke hoeveelheid beweging moet worden geadviseerd bij mensen met zwaarlijvigheid (obesitas)?
Zoals we reeds stelden in het artikel NNGB, mogen geen fitheidverbeteringen van de norm verwacht worden. Als u reeds over een goede conditie beschikt, mag u zich niet door de beweegnorm in slaap laten sussen.
Aangepaste normen en praktische adviezen voor specifieke doelgroepen zijn daarom van belang.
Doelgroepen
Het IBV heeft suggesties en aanbevelingen voor aangepaste normen voor specifieke doelgroepen. In onderstaande tekst zullen aanbevelingen gedaan worden voor personen die problemen hebben ten gevolge van botontkalking (osteoporose) of zwaarlijvigheid (obesitas).
Osteoporose (botontkalking)
Botontkalking, oftewel osteoporose, is een aandoening waarbij naast een vermindering van botweefsel ook de botdichtheid van het bot verandert. Botdichtheid is een belangrijke maat om te bepalen of er sprake is van botontkalking. Een uitgebreide beschrijving over osteoporose kunt u vinden in de IBV-encyclopedie onder botopbouw.
Indien u gaat bewegen om uw botdichtheid te vergroten zult u onvoldoende baat hebben bij de adviezen van de NNGB. In die norm wordt beschreven dat volwassenen 5 keer per week 30 minuten moeten bewegen. De adviezen zijn gebaseerd op het bevorderen van wandelen, fietsen, tuinieren, zwemmen ed. In het geval van botontkalking heeft het lichaam andere belasting nodig. Niet uw hart en spieren moeten geactiveerd worden. Nee, in het geval van botontkalking hebben uw botten mechanische belasting nodig. De krachten die op uw botten inwerken tijdens het wandelen of joggen geven onvoldoende belasting op de botten van uw benen en wervelkolom. U zult begrijpen dat bijvoorbeeld 5 keer per week een half uur zwemmen, waarmee u de adviezen van de NNGB opvolgt, voor het beïnvloeden van de botontkalking geen effect heeft. In het water en zonder belasting van uw benen op de grond zal de prikkel voor uw lichaam achterwege blijven. U heeft in dit geval meer aan oefeningen waarmee die botbelasting wel gegeven wordt. U kunt bijvoorbeeld touwtje gaan springen, trappen gaan lopen, huppelen of hinkelen. Er zijn nog weinig onderzoeksresultaten bekend over het gebruik van specifieke oefenprogramma’s bij mensen met botontkalking met het doel deze ontkalking te bestrijden en/of voorkomen. Het IBV wil stellen dat u dagelijks meer accent moet leggen op het belasten van uw benen en wervelkolom. Maak geen gebruik van een lift als het trappenhuis in de buurt is. Loop bijvoorbeeld 5 keer per dag een trap op en af. En ga, als u daar lichamelijk toe in staat bent, dagelijks touwtje springen. Doe dit touwtje springen bijvoorbeeld 5 tot 10 keer per dag gedurende 10-15 seconden. Op die manier zal voor u gezondheidswinst optreden. Uw aangepaste beweegnorm is dus in tijdsduur veel korter dan de NNGB voorschrijft. Ook de invulling is geheel anders. Het kernbegrip bij botontkalking is mechanische botbelasting in plaats van metabole belasting (MET’s).
Maar let wel op. Om nu te voorkomen dat u over een aantal jaren last gaat krijgen van hart- en/of vaatproblemen, moet u uiteraard wel preventief gebruik maken van de adviezen van de NNGB. U moet altijd alert zijn op uw eigen beweeggedrag.
Obesitas (zwaarlijvigheid)
Zwaarlijvigheid, oftewel obesitas, is een aandoening waarbij de hoeveelheid vetweefsel in uw lichaam te hoogis in verhouding tot uw overige weefsels (botten, spieren etc.). Er is dus sprake van een ongunstige hoeveelheid lichaamsvet
Indien u gaat bewegen om zwaarlijvigheid te verminderen zult u meer moeten doen dan de NNGB voorstelt. In de NNGB wordt bij matig actieve volwassenen geadviseerd om minimaal 5 keer per week te gaan fietsen, zwemmen, wandelen, tuinieren etc.
Om af te vallen zal uw lichaam meer energie moeten verbranden dan de norm aangeeft.
Er zijn nog weinig onderzoeksresultaten bekend over het gebruik van specifieke oefenprogramma’s bij mensen met zwaarlijvigheid met het doel om het lichaamsgewicht af te laten nemen. Het IBV wil stellen dat u dagelijks meer accent moet leggen op het gedurende langere tijd belasten van uw lichaam. U kunt pas effect verwachten van duurbelasting om af te kunnen vallen moet u dagelijks anderhalf uur bewegen.