Een verslikking is meestal onschuldig: je moet wat hoesten, krijgt het misschien even benauwd, maar vrij snel is alles weer normaal. Maar als je je verslikt of iets inslikt (een noot, een muntstuk, een visgraat...) waardoor de adenhalingswegen helemaal afgesloten worden, dan kan het wel ernstig zijn en kan zelfs verstikking optreden.
De symptomen van mogelijke verstikking: hoesten en kokhalzen, onmogelijkheid om te spreken, acute ademnood met soms een piepende ademhaling, angst en paniek, paarsblauwe verkleuring van het gezicht en bewustzijnsverlies.
Als je daarvan getuige bent, moet je snel optreden. Als je het obstakel niet met de vingers kunt verwijderen, kan je, zowel bij een volwassene als bij een kind, twee technieken toepassen: op de rug slaan en/of buikstoten geven. Buikstoten (= Heimlich maneuver) mag je nooit toepassen als het slachtoffer nog kan hoesten, ademen of spreken, noch bij baby’s. Bij een zwangere vrouw moet je in plaats van buikstoten borststoten toedienen.
Op de rug slaan
Ga naast en een beetje achter het slachtoffer staan.
Leg één hand op de borst en laat het slachtoffer naar voor buigen
Geef met de hiel van je vrije hand maximaal vijf krachtige slagen op de rug, tussen de schouderbladen.
Stop zodra het voorwerp verwijderd is.
Als dat niet lukt, geef dan 5 buikstoten. Als ook dat niet lukt, geef dan opnieuw vijf rugslagen en vijf buikstoten.
Buikstoten (Heimlich)
Laat het slachtoffer staan of op een stoel zitten
Ga achter het slachtoffer staan, sla beide armen om de buik van het slachtoffer en bal één hand tot een vuist. Buig het slachtoffer naar voor.
Plaats de de vuist halverwege tussen de navel en het begin van het borstbeen. Pak de eigen vuist met de andere hand beet en druk krachtig en snel de vuist in de buik en licht omhoog. De plotselinge samendrukking van de buik zal de lucht uit de longen van het slachtoffer drukken en zo de blokkade mogelijk uit de luchtpijp verwijderen. Herhaal deze handeling maximaal 5 keer tot het obstakel loslaat.
Indien het slachtoffer buiten bewustzijn is, wordt het slachtoffer op de rug neergelegd, het hoofd zijdelings gedraaid en de muis van één hand op hetzelfde punt als hierboven genoemd is, geplaatst. De hulpverlener drukt vervolgens krachtig en snel de hand in de buik en omhoog in de richting van het borstbeen. Verwijder eventuele objecten en slijm uit de mond van het slachtoffer.
Borststoten (bij een zwangere vrouw)
Ga achter het slachtoffer staan.
Breng je armen onder de oksels van het slachtoffer
Vorm met één hand een vuist zoals bij het Heimlich maneuver, en leg die op de onderste helft van het borstbeen, net boven de onderste ribben. Grijp met de handere hand de vuist vast en trek je vuist krachtig naar je toe, recht naar achter.
Herhaal dit eventueel 5 keer.
Bij kinderen jonger dan één jaar mag je het Heimlich maneuver niet toepassen. Hier kan je het volgende doen:
Rugslagen geven:
Leg de baby met de buik op je onderarm (eventueel in zit steunen op dijbeen), met het hoofdje lager dan de romp. Ondersteun de onderkaak van de baby met je hand.
Sla vijf keer met de hiel van de hand tussen de schouderbladen.
Indien dat niet helpt, kan je 5 borststoten geven, of afwisselend nog eens 5 rugslagen en 5 borststoten.
Borststoten geven
Leg de baby met de buik op je onderarm (eventueel in zit steunen op dijbeen), met het hoofdje lager dan de romp. Ondersteun de onderkaak van de baby met je hand.
Plaats twee vingers van je vrije hand in het midden van de borstkas van de baby.
Duw maximaal 5 keer stevig op de borst.
Verwittig onmiddellijk de hulpdiensten als de verslikking hiermee niet opgelost is of als het slachtoffer het bewustzijn verloren heeft.
Na toepassing van het Heimlich maneuver of na borststoten bij een baby, moet altijd een arts geraadpleegd worden omdat er zelfs bij correcte uitvoering inwendige schade kan optreden.