Er is een tumor in de dikke darm ontdekt
Wat kan dat betekenen ?
wat bedoel je daarmee, met wat kan dat betekenen?
Neem aan dat er een onderzoek is geweest en dat je een uitslag hebt gekregen bij de specialist dan is er toch iets besproken met je, met wat er verder gaat gebeuren b.v..
Wat wil je weten? Brenda
Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen. Die cellen zijn niet allemaal hetzelfde. Een darmcel ziet er bijvoorbeeld heel anders uit dan een huidcel of een bloedcel. Al deze cellen moeten constant vervangen worden, omdat ze verouderen of beschadigd raken. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling: uit één cel ontstaan twee nieuwe cellen, die zich vervolgens weer gaan delen, telkens weer.
Bij kanker is de celdeling verstoord. Cellen blijven zich in snel tempo delen, terwijl er geen behoefte is om verouderde cellen te vervangen. De cellen die op deze manier ontstaan zijn iets anders van structuur dan de oorspronkelijke cel, zodat ze geen nuttige functie hebben. Op den duur ontstaat een opeenhoping van kwaadaardige cellen, ofwel een kwaadaardige tumor. De tumor kan zich steeds verder uitbreiden, in het omringende weefsel binnendringen en veel schade aanrichten. Losgeraakte cellen van zo’n tumor komen in de bloedbaan of het lymfestelsel terecht en verspreiden zich zo door het hele lichaam. Dit noemen we uitzaaiingen of metastasen. Zo kunnen op drift geraakte cellen van een darmtumor zich nestelen in de lever of de longen en daar nieuwe tumoren vormen.
Dikke darmkanker komt veel voor in de Westerse wereld, voornamelijk op oudere leeftijd. Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 8400 nieuwe gevallen van dikke darmkanker vastgesteld. Bij vrouwen komt dikke darmkanker, na borstkanker, op de tweede plaats. Bij mannen op de derde plaats, na long- en prostaatkanker. Dikke darmkanker komt meestal voor in het laatste deel van de dikke darm. Bij vroegtijdige opsporing is dikke darmkanker over het algemeen goed te behandelen. In een vergevorderd stadium zijn de vooruitzichten veel minder gunstig, waardoor elk jaar in Nederland ongeveer 4200 mensen aan deze ziekte overlijden.
De klachten zijn afhankelijk van de plaats waar de tumor zich bevindt. Zit het gezwel in het eerste deel van de dikke darm, dan zult u lange tijd geen of slechts wat vage klachten hebben. Immers, vlak na de uitmonding van de dunne darm in de dikke darm vormen de voedselrestanten nog een dunne brij, die het gezwel gemakkelijk kan passeren. U merkt in dit stadium dus weinig en zult misschien wat vage buikpijn hebben of een gevoelige plek in uw buik. In een later stadium krijgt u meer klachten.
Bevindt de tumor zich in het laatste deel van de dikke darm of in de endeldarm, dan treden de klachten meestal veel eerder en duidelijker op. De vaste ontlasting kan dan immers moeilijk de tumor passeren.
De klachten kunnen zijn:
• Bloed en/of slijm bij de ontlasting.
• Veranderde stoelgang: verstopping of juist diarree.
• Buikpijn, vaak krampend.
• Bloedarmoede.
• Gewichtsverlies.
• Vermoeidheid.
• Voor het oog onzichtbare hoeveelheden bloed in de ontlasting (occult bloed).
Mensen die een hoger risico hebben op dikke darmkanker wordt aangeraden om zich te laten onderzoeken op poliepen.
Deze risicogroep bestaat uit mensen die:
a. chronische darmontstekingen hebben, met name colitis ulcerosa;
b. eerder behandeld zijn voor tumoren in de dikke darm. De kans op herhaling ligt voor iemand die al eerder darmkanker heeft gehad aanzienlijk hoger;
c. familieleden met dikke darmkanker hebben. Komt darmkanker in de familie voor dan is het risico hierop voor familieleden ook groter. Dit geldt met name voor mensen met:
c1. eén eerstegraads familielid (ouders, broers, zussen, kinderen) met dikke darmkanker vastgesteld voor de leeftijd van 50 jaar;
c2. twee eerstegraads familieleden met dikke darmkanker, ongeacht de leeftijd waarop de ziekte werd vastgesteld;
c3. een erfelijke aandoening in de familie. Er bestaan twee vrij zeldzame vormen van erfelijke darmaandoeningen die de kans op darmkanker enorm doen toenemen:
• Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP), kortweg polyposis genoemd. Deze ziekte kenmerkt zich door het optreden van honderden poliepen in de dikke darm, vaak reeds op jonge leeftijd. Als hier niets aan wordt gedaan, ontaarden deze poliepen meestal in darmkanker.
• Heriditaire Non-Polyposis Colorectum Carcinoom (HNPCC of Lynch syndroom). Dit is een vorm van erfelijke darmkanker, die zich vaak al rond 45 jaar aandient. De tumoren bevinden zich vooral in het eerste deel van de dikke darm. Bij ‘gewone’ darmkanker is dat voornamelijk het laatste deel.
NB. Denkt u te behoren tot de categorie zoals hierboven omschreven bij c1, c2 of c3, dan kunt u voor meer informatie contact opnemen met de Stichting Opsporing Erfelijke Tumoren.
U kunt uw risico op darmkanker zo klein mogelijk houden door gezond te leven (zie onderstaande adviezen).
Hebt u reeds darmkanker, dan houdt u uw conditie en kwaliteit van leven het best op peil door eveneens de volgende leefregels aan te houden:
• Eet gezond en gevarieerd.
• Rook niet en vermijd teveel alcoholgebruik.
• Houdt uw conditie en gewicht op peil.
• Probeer zoveel mogelijk te bewegen, wandelen in de buitenlucht doet wonderen. Ook sporten, zwemmen en fietsen zijn prima.
• Doe zoveel mogelijk prettige dingen en vermijd te veel stress.
• Leef ontspannen en neem voldoende rust.
Recent onderzoek heeft de relatie van voeding en leefstijl met dikke darmkanker duidelijk aangetoond. Door gezond en gevarieerd te eten en voldoende te bewegen, kunt u de kans op darmkanker zo klein mogelijk houden. Dit houdt in: eet veel groente, fruit, en volkorenproducten. Melk en vooral yoghurt schijnen een beschermende werking te hebben. Eet niet te veel ‘rood’ vlees, vooral rund- en varkensvlees kunnen de kans op darmkanker verhogen. Eet liever vis en gevogelte en gebruik voor het bakken en braden (olijf)olie. Vermijd vet voedsel en kant-en-klare maaltijden en snacks. Drink minstens 11⁄2 tot 2 liter vocht per dag.
Dikke darmkanker is een ernstige ziekte, die uw leven en dat van uw naasten behoorlijk overhoop kan halen. Na de diagnose breekt vaak een moeilijke periode aan vol angst, zorg en verdriet. Praat hierover met de mensen om u heen, hoe moeilijk dat misschien ook is. Overleg ook met uw huisarts. Hij of zij zal u kunnen vertellen, wat de kansen en de vooruitzichten zijn. Vraag indien nodig via uw huisarts professionele hulp aan van een psycholoog of een andere hulpverlener. In ziekenhuizen zijn ook mensen, die u kunnen ondersteunen bij verschillende emotionele en praktische problemen, zoals maatschappelijk werkers of sociaal- verpleegkundigen. Ze zijn er ook voor u!
Misschien hebt u meer aan praten met lotgenoten. Zij weten immers wat u doormaakt. Hieronder vindt u enkele belangrijke adressen.
Vereniging HNPCC (erfelijke dikke darmkanker)
p/a Nederlandse Federatie Kankerpatiënten Verenigingen (NFK)
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
Lotgenotencontact 0800 - 0226622 (gratis)
Overige vragen: 030 291 60 90
E-mail: [email protected]
Stichting Polyposis Contactgroep
Sweelinckhof 21
2742 CB Waddinxveen
Tel: 0182 - 613949
Internet: http://www.kankerpatient.nl/ppc/
E-mail: [email protected]
Patiëntenorganisatie Doorgang
P/a NFK (Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen)
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
Lotgenotencontact: 0800 022 66 22 op werkdagen tussen 09.00 - 12.30 en 13.30 - 17.00 uur
overige vragen 030 291 60 90 (op maandag, woensdag en vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur)
Internet http://www.kankerpatient.nl/doorgang
E-mail [email protected]
Nederlandse Stoma Vereniging
Bisonspoor 1230
3605 KZ Maarssen
0346 - 26 22 86
internet http://www.stomavereniging.nl
email [email protected]
Stichting Opsporing Erfelijke Tumoren
Rijnsburgerweg 10, Poortgebouw Zuid
2333 AA Leiden
Telefoon 071 - 526 49 55
Een poliep is een verhevenheid van het slijmvliesoppervlak van de binnenzijde van de darmen. De poliepen in de dikke darm en de endeldarm zijn meestal onschuldig, maar ongeveer 10% is een voorloper van darmkanker(adenomen). De meeste poliepen worden per toeval ontdekt, bijvoorbeeld tijdens een kijkonderzoek van de darmen voor een andere reden, maar soms kan er sprake zijn van bloed en/of slijm bij de ontlasting en eventueel klachten van bloedarmoede. Poliepen kunnen ook voorkomen in het kader van erfelijke syndromen, waarvan familiaire adenomateuze polyposis coli (FAP) de meeste bekende vorm is. Bij patiënten met deze erfelijke vorm van darmpoliepen is er sprake van een genetische afwijking waardoor talloze poliepen in de dikke darm kunnen ontstaan, wat vrijwel altijd leidt tot het ontstaan van dikke darmkanker. Bij patiënten met deze erfelijke vorm van darmpoliepen kan preventief chirurgisch de dikke darm worden verwijderd en tevens dienen familieleden van deze patiënten gescreend te worden middels een kijkonderzoek van de dikke darm. Wanneer tijdens een kijkonderzoek (colonoscopie) een poliep in de darm wordt gezien kan gekozen worden voor het direct verwijderen of er kan een weefsel hapje (biopt) worden genomen. Het weefsel wordt daarna microscopisch onderzocht. Indien bij het microscopisch onmderzoek onrustige (dysplasie) of kwaadaardige cellen worden gevonden zal verdere behandeling volgen in de vorm van scopische verwijdering of operatie. .
De meest voorkomende vorm van kwaadaardige tumoren in de dikke darm (colon) en endeldarm (rectum) zijn adenocarcinomen. Dit zijn tumoren uitgaande van de binnenbekleding (slijmvlies).Wanneer de kwaadaardige tumor gelokaliseerd is in de dikke darm dan wordt dit een coloncarcinoom genoemd. Wanneer de kwaadaardige tumor zich in de endeldarm bevindt wordt dit een rectumcarcinoom genoemd. Jaarlijks wordt bij ongeveer 8600 mensen de diagnose dikke darmkanker gesteld. Deze ziekte komt ongeveer even vaak voor bij mannen als bij vrouwen en kan op iedere leeftijd ontstaan, maar de meeste patiënten zijn ouder dan 50 jaar. De meeste adenocarcinomen in de dikke darm en de endeldarm maken geen deel uit van een erfelijk syndroom en zelden is er sprake van een aanwijsbare oorzaak. Bij een klein deel van de patiënten met een adenocarcinoom van de dikke darm of de endeldarm is er wel sprake van een erfelijke oorzaak. De 2 belangrijkste syndromen zijn:
familiaire adenomateuze polyposis coli (FAP)
Bij ongeveer 1% van de patiënten met dikke darmkanker is er sprake van FAP. Bij patiënten met FAP is er sprake van een genetische afwijking waardoor talloze poliepen in de dikke darm ontstaan, welke voorlopers zijn van kwaadaardige tumoren. Bij 100% van de patiënten ontstaat dikke darmkanker. Patiënten bij wie FAP is vastgesteld wordt dan ook geadviseerd preventief de dikke darm operatief te laten verwijderen. Familieleden van patiënten met FAP dienen regelmatig gescreend te worden door middel van een kijkonderzoek.
hereditair non-polyposis colorectaal carcinoom (HNPCC; ook wel Lynch syndroom)
Bij ongeveer 5% van de patiënten met dikke darmkanker is deze ontstaan in het kader van HNPCC. Bij patiënten bij wie HNPCC is vastgesteld is er sprake van een genetische afwijking waardoor er een verhoogd risico op kwaadaardige tumoren bestaat in de dikke darm en endeldarm en tevens in andere organen, zoals de baarmoeder, de eierstokken en de maag. De kwaadaardige tumoren in de darm worden veelal niet voorafgegaan door poliepen, in tegenstelling tot het FAP-syndroom. Ook deze patiënten en hun familieleden dienen regelmatig onderzocht te worden door middel van een kijkonderzoek van de darmen. Het merendeel van de tumoren (50-60%) bij patiënten met darmkanker ontstaat in het laatste gedeelte van dikke darm (het sigmoid) of in de endeldarm. Een duidelijke oorzaak voor het ontstaan van kanker in de dikke darm of endeldarm is meestal niet aan te geven, maar bekend is dat wanneer bij familieleden kanker in de dikke darm of endeldarm is vastgesteld, er een verhoogd risico kan zijn op het ontstaan van kanker in de dikke darm of endeldarm. Ook wanneer in het verleden bij de patiënt sprake is geweest van darmkanker, is er een verhoogd risico op het opnieuw ontstaan van darmkanker. Chronische ontstekingsziekten van de darm, zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa, verhogen het risico op het ontstaan van darmkanker. Patiënten met darmkanker hebben meestal weinig specifieke klachten. Vaak is er sprake van een verandering van het ontlastingspatroon (bijvoorbeeld afwisselend verstopping en diarree) of zit er bloed en/of slijm bij de ontlasting. Ook kan er sprake zijn van loze aandrang. Daarnaast kan een patiënt zich presenteren met klachten passend bij bloedarmoede (zoals vermoeidheid en duizeligheid), veroorzaakt door onopgemerkt bloedverlies in de ontlasting. Wanneer het een grote tumor betreft kan er sprake zijn van ‘verstopping’ van de darmen (ileus), wat onder andere leidt tot obstipatie en buikklachten. Bij dikke darmkanker, wat een kwaadaardige tumor is, kunnen tumorcellen van de oorspronkelijke tumor losraken. Deze tumorcellen kunnen dan via het bloed en/of de lymfe door het lichaam worden verspreid en zo elders in het lichaam terechtkomen, waar ze kunnen uitgroeien tot tumoren. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen). Bij dikke darmkanker kunnen tumorcellen met name in de lever of in de longen terechtkomen en daar uitgroeien tot tumoren.
Meer vragen en antwoorden over [u]slijm bij ontlasting[/u]:
http://www.dokter.nl/search_gcse/?q=FORID%3A11&cx=partner-pub-8575168267605921%3Aeak94u-kmbq&ie=UTF-8&q=slijm+ontlasting&sa=Zoeken#1418