Jongeren weten dat luide muziek gevaarlijk is voor het gehoor, maar vinden het niet nodig om zélf het volume van hun mp3-spelers lager te zetten. Dit blijkt uit onderzoek van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van Erasmus MC in samenwerking met TNO Kwaliteit van Leven dat deze maand is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Pediatrics.
Volgens onderzoeksleider dr. Hein Raat, universitair hoofddocent Jeugdgezondheidszorg aan het Erasmus MC moeten ouders met hun kinderen in discussie gaan over het sluipende gevaar van te harde muziek voor het gehoor. Ook jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen van GGD'en en de fabrikanten van mp3-spelers hebben volgens hem een rol bij de preventie van lawaaidoofheid door te harde muziek van mp3-spelers.
Uit uitgebreide gesprekken met acht groepen scholieren van twee grote middelbare scholen blijkt dat de meeste leerlingen hun mp3-spelers vaak op het maximum volume zetten. Hoewel de jongeren in het onderzoek de gevaren van harde muziek in het algemeen kennen, waren ze niet van plan om het volume zachter te zetten, omdat ze ervan uitgaan dat ze zélf geen gevaar lopen. Bijna alle deelnemers wilden zélf beslissen hoe hard ze het volume van hun mp3-spelers zetten. De meeste jongeren wilden geen geluidsbegrenzer.
De 73 deelnemers aan het onderzoek vertelden dat hun ouders bijna nooit waarschuwden voor schade aan het gehoor door luide muziek. Als de jongeren symptomen hadden zoals oorsuizen na luide muziek, een vroeg teken van (tijdelijke) gehoorschade, stelden ouders hen zelfs gerust.
Volgens de onderzoekers moeten zowel de jongeren en hun ouders, als artsen en jeugdwerkers worden geïnformeerd over de mogelijke gevaren van mp3-spelers voor het gehoor. Ook mp3-fabrikanten hebben volgens de onderzoekers een verantwoordelijkheid. Zij zouden een indicator op hun product kunnen installeren die aangeeft wanneer het volume te hoog is voor langdurig gebruik. Vooralsnog adviseren de onderzoekers, als vuistregel, om het volume niet hoger te zetten dan 60% van het maximum bij 'in-ear' oordopjes en op maximaal 70% bij een 'over-the-ear' hoofdtelefoon.