Nu worden vaak alleen vrouwen met een risico op zwangerschapsdiabetes onderzocht. Dat gebeurt met bloedonderzoek, waarbij wordt gekeken of de bloedsuiker te hoog is.
Voor de test gelden dezelfde regels als voor de diagnose van diabetes: te hoog is nuchter meer dan 7 mmol/l en niet-nuchter meer dan 11,1 mmol/l. Maar voor de zekerheid wordt er nog een extra stap ingebouwd: als de uitslag ligt tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l, wordt een aanvullende 'suikerwatertest' gedaan. Daarbij wordt de bloedsuiker gemeten op vaste tijdstippen na het drinken van een bepaalde hoeveelheid suikerwater. Als die test hoger is dan 7,8 mmol/l wordt eveneens de diagnose zwangerschapsdiabetes gesteld.
Het onderzoek gebeurt meestal in de 24-28ste week van de zwangerschap. Heeft een vrouw al eerder zwangerschapsdiabetes gehad, dan wordt soms al eerder getest, bij 16-18 weken.
Bron: http://www.diabetesfonds.nl/artikel/zwangerschapsdiabetes