Negatieve gevoelens

Als je kind opgroeit ontwikkelt hij steeds meer een mening over zichzelf als persoon en over wat hij wel en niet goed kan. Deze mening over wat je zelf waard bent noem je zelfbeeld. Een belangrijke taak als ouder is om het zelfvertrouwen van je kind te bevorderen en hem te helpen bij het ontwikkelen van een positief zelfbeeld. Dat houdt in dat je kind ook leert om zijn eigen sterke en zwakke kanten realistisch in te schatten. Kinderen met een positief zelfbeeld zitten doorgaans lekker in hun vel, kunnen goed samenwerken en maken gemakkelijk vrienden.

Veel dingen kunnen je kind een aanleiding geven om op een negatieve manier over zichzelf te denken:

Gebrek aan waardering, liefde of aandacht
Prestaties of inzet van je kind worden niet erkend
Een gebrek aan grenzen en discipline
Beschuldigende, kritische opmerkingen of een negatieve benadering
Een negatieve vergelijking met andere kinderen
Gebrek aan stimulans voor goede lichaamsverzorging, lichaamsbeweging en fysieke uitdagingen
Lichamelijke of emotionele mishandeling
Ruzies en conflicten tussen ouders

Tip 1
Prijs je kind voor zijn inspanningen en prestaties. Zo krijgt je kind een goed gevoel over zichzelf. Praat over dingen die je kind goed doet in plaats van kritiek te leveren op de zwakke punten. Richt je vooral op de inspanningen en niet alleen op het eindresultaat. Zo is je kind gemotiveerd om door te zetten wanneer iets echt moeilijk wordt.

Tip 2
Laat je kind merken dat je om hem geeft. Kinderen hebben het nodig om dat vaak te horen. Door tijd met hem door te brengen en er te zijn wanneer hij je nodig heeft, laat je voelen dat je kind de moeite waard is.

Tip 3
Stimuleer een gezonde levensstijl. Zoals regelmatig onder de douche gaan, schone kleren en lichaamsbeweging of sport. Je kind gaat zich daardoor lekker in zijn vel voelen en heeft meer energie.

Tip 4
Moedig je kind aan om vriendjes of vriendinnetjes te maken. Als je kind dat moeilijk vindt, oefen dan samen hoe hij andere kinderen kan benaderen. Stimuleer dat je kind andere kinderen mee naar huis neemt om te spelen.

Tip 5
Toon vertrouwen in je kind door hem zoveel mogelijk dingen zelf te laten doen. Moedig je kind ook aan om nieuwe dingen op zich te nemen. Daarmee stimuleer je zijn verantwoordelijkheidsgevoel en zelfredzaamheid.

Tip 6
Vermijd negatieve reacties of kleinerende opmerkingen. Als je kind vaak genoeg hoort dat hij/zij lui of dom is, zal hij dat ten slotte gaan geloven en zich er ook naar gedragen. Vertel dat fouten maken mag en stimuleer je kind zelf te bedenken hoe hij de fouten kan herstellen.

Tip 7
Stimuleer je kind om zich te uiten. Luister naar ideeën, gevoelens, gedachten en verwachtingen. Stel vragen die hem helpen bij het vormen van een mening.