Het groeien van een lichaam is medisch-biologisch gezien een ingewikkeld proces. Er zijn ontzettend veel factoren bij betrokken die allemaal met elkaar samenwerken, elkaar helpen of juist tegenwerken. Denk aan hormonen, eiwitten, de hoeveelheid beweging die je krijgt, je voeding, maar ook ziekten die de groei tegenwerken.
Groeihormoon
Groeihormoon wordt in de hypofyse gemaakt, dat is een klier in je hersenen die op hormonaal gebied erg belangrijk is. Een belangrijk kunstmatig gemaakt groeihormoon is het hormoon genaamd somatropine, dit hormoon stimuleert de lengtegroei van een persoon door in te werken op de groeischijven (zie verderop). Verder zorgt dit hormoon er ook voor dat het aantal en de grootte van spiercellen toeneemt.
Andere hormonen die met je groei te maken hebben zijn testosteron en oestrogeen. Deze zorgen bij respectievelijk de man en de vrouw voor de geslachtskenmerken. Oestrogeen zorgt ook voor de afbraak van botten (Zie verderop).
Groeien van organen
Een orgaan kan ook groeien. Dit gebeurt ook doordat er meer cellen komen. De positie van deze cellen, en dus de vorm van het orgaan, is in het menselijk DNA vastgelegd. Als een orgaan dus groeit, groeit het dus niet wild alle kanten op maar het blijft dezelfde vorm houden. Mensen hebben op onze genen na, allemaal hetzelfde DNA. We hebben dus allemaal hetzelfde bouwplan en dus zien we er allemaal hetzelfde uit. We hebben allemaal twee armen, twee benen en een hoofd. De kleine verschillen in bijvoorbeeld het gelaat, komen omdat mensen andere genen hebben.
Groeien van je botten
Je botten groeien natuurlijk ook mee. Bij kleine kinderen kun je op een röntgenfoto zien dat hun vingerkootjes ver van elkaar afliggen. Dit komt omdat de botjes voornamelijk uit kraakbeen bestaan en dat is niet (goed) te zien op een röntgenfoto. Naarmate het kind ouder wordt, wordt het kraakbeen omgezet in gewoon bot.
Aan de uiteinden van een bot zit een soort schijfje dat bestaat uit een laagje cellen, de groeischijf (epifysaire schijf). Uit deze schijf groeit kraakbeenweefsel naar het middenstuk van het bot. Dit kraakbeenweefsel wordt geleidelijk aan omgezet in echt bot. Het middenstuk, en dus je hele bot, wordt dus steeds langer!
In tegenstelling tot wat veel mensen denken is botweefsel zeer dynamisch. Het word constant aangemaakt maar ook met dezelfde snelheid weer afgebroken. Het botweefsel wordt dus telkens ververst. Het geslachtshormoon oestrogeen zorgt bij vrouwen ervoor dat er nieuw botweefsel gevormd wordt. Na de overgang heeft een vrouw veel minder oestrogeen, dus de botsterkte neemt af. Mannen hebben geen overgang dus hebben veel minder last van deze natuurlijke achteruitgang.