De dagen worden korter en de temperatuur daalt, voor veel mensen een reden om vitamines bij te slikken. Is dit eigenlijk wel nodig? En kun je ook te veel vitamines slikken?
Rol van vitamines
Vitamines zijn essentiële voedingsstoffen en noodzakelijk voor het functioneren van ons lichaam. Er zijn 13 stoffen die deze naam dragen. Ze zijn op te delen in vet oplosbare- en in wateroplosbare vitamines.
Onder de in vet oplosbare vitamines vallen: Vitamine A, D, E en K. Deze zitten vooral in smeer- en bereidingsvetten, vis, vlees, noten en melkproducten. Onder de in wateroplosbare vallen: Vitamine C, B1, B2, B3, B5, B6, B8, B111 en B12. De wateroplosbare vitamine halen we vooral uit groenten, fruit, brood, volkorenproducten, noten, peulvruchten en melkproducten.
Kun je te veel vitamines slikken?
Vitamines zijn noodzakelijk voor het functioneren van je lichaam. Echter, is het slikken van supplementen een goede aanvulling? Of kun je zo te veel vitamines binnenkrijgen?
Wanneer je van sommige vitamines langere tijd te veel inneemt dan kan dit inderdaad schadelijk zijn. Ook in de maanden met de ‘R’ in de maand. Het gaat specifiek om de vetoplosbare vitamines A, D en E moet je voorzichtig zijn. Dit zijn geen vitamines waarbij je het te veel uitplast, maar dit overschot opgeslagen in het lichaamsvet, waardoor je een overdosis kan krijgen. Een teveel aan vitamine C plas je wel gewoon uit.
Voor wat betreft de wateroplosbare vitamines daar geldt dat je moet opletten met de hoeveelheid van B3, B6 en vitamine B11 (foliumzuur).
Een overdosis vitamine B6 kan je zenuwstelsel aantasten en een teveel van B3, nicotinamide, kan in zeer hoge dosering schade toebrengen aan je ogen en lever. Te veel vitamine B11 heeft als nadeel dat men een eventueel tekort aan vitamine B12 moeilijker kan opsporen.
Voor deze vitamines heeft de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) maximale hoeveelheden vastgesteld (een aanvaardbare bovengrens): gesteld:
- Vitamine A: 3.000 microgram
- Foliumzuur (B11): 1.000 microgram
- Vitamine B6: 12 milligram
- Vitamine D: 100 microgram
- Vitamine E: 300 milligram
- Vitamine B3: 900 milligram (Dit geldt voor nicotinamide, dat is vorm die vooral voorkomt in je eten en in vitaminepillen).
Mogelijke symptomen van een overschot aan vitamines
De mogelijke symptomen van een overschot per vitamine zijn:
Vitamine A
Vitamine A is belangrijk voor groei, gezonde huid, haar, nagels en een goede werking van onze ogen en afweersysteem. Een overschot aan vitamine A kan echter leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, vermoeidheid. Ook kan het afwijkingen aan de ogen, botten en huid veroorzaken.
Vitamine D
Deze vitamine zorgt voor de opname van kalk en fosfaat uit het voedsel en die zijn weer nodig voor een goede opbouw van onze botten en gebit. Er zijn twee soorten vitamine D. Vitamine D2 zit voornamelijk in paddenstoelen en schimmels. Vitamine D3 vind je voornamelijk in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. En natuurlijk maakt je lichaam zelf vitamine D aan in je huid onder invloed van zonlicht. Een overschot aan vitamine D ontstaat wanneer je gedurende lange tijd grote hoeveelheden vitamine D-supplementen inneemt. Hierdoor kan er schade ontstaan aan je hart, nieren en bloedvaten. De eerste symptomen zijn: minder eetlust, braken en hartritmestoornissen.
Vitamine E
Vitamine E werkt als antioxidant en beschermt onze cellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsels. Daarnaast speelt het ook een rol bij het regelen van de stofwisseling in de cel. In principe is een overschot aan vitamine E in het lichaam niet schadelijk. Echter, bij mensen met een vitamine K-tekort en mensen die een behandeling krijgen met bloedverdunners, remt een teveel aan vitamine E de bloedstolling.
Vitamine B3
B3 is belangrijk voor de energievoorziening van het lichaam en de aanmaak van vetzuren. Mogelijke gevolgen van een overschot aan B3 zijn: hoge bloeddruk, buikpijn en darmkrampen. Is het overschot zeer groot dan ontstaat er groot risico op geelzucht en verhoogde leverenzymen.
Vitamine B6
B6 is belangrijk voor de stofwisseling, de af- en opbouw van eiwitten en de regulering van bepaalde hormonen. Ook is het nodig voor de groei, de bloedaanmaak en een goede werking van het immuunsysteem en het zenuwstelsel. Je kunt een groot overschot opmerken doordat je last krijgt van gevoelloosheid, tintelingen en ernstige zenuwpijn in de handen en voeten.
Tips bij het zorgen dat je voldoende vitamines binnenkrijgt
Wees voorzichtig met het kopen van supplementen. Vaak bevatten ze een grotere hoeveelheid dan de ADH (aanbevolen dagelijkse hoeveelheid). Kijk eens of je niet wat meer najaarsgroenten en fruit kunt eten om zo aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitaminen en mineralen te komen. Een teveel aan een bepaalde vitamine krijg je normaal niet binnen door voeding alleen. Hierop geldt een uitzondering en dat is wanneer iemand veel lever eet. Lever is zeer rijk aan vitamine A.
Bronnen: Voedingscentrum, Maastricht UMC+ en Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Delen: gepubliceerd door C. van Etten.
Hallo , misschien een domme vraag . maar het volgende onderstaande ,
Is dat per Tijd , of per keer ??
Voor deze vitamines heeft de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) maximale hoeveelheden vastgesteld (een aanvaardbare bovengrens): gesteld:
Vitamine A: 3.000 microgram
Foliumzuur (B11): 1.000 microgram
Vitamine B6: 12 milligram
Vitamine D: 100 microgram
Vitamine E: 300 milligram
Vitamine B3: 900 milligram (Dit geldt voor nicotinamide, dat is vorm die vooral voorkomt in je eten en in vitaminepillen).
Ik ben 83 en zie door het bos de bomen niet meer. Zelf slik ik nog medicijnen en weet niet welke vitamines ik zou moeten gebruiken als basis en niet de shop die alleen maar let op geld verdienen. Joke
zo is dat ………….
Dat lijstje vitamines, is dat wat je per dag mag hebben? Dat staat er n.l niet bij?
En hoe en waar kun je alle vitamines laten testen Mijn arts zegt dat dat niet nodig is? Ik slik alleen regelmatig D, C, Multi 60+ en Omega/Visolie
Ik slik al jarenlang zo’n 175 microgram vitamine D per dag. Als je elke dag veel in de zon komt dan haal je zo’n 250 microgram per dag binnen. Onder je huid kan zo’n 625 microgram worden aangemaakt en het duurt zo’n 2.5 dag om dit af te voeren naar je lever om er calcidiol van te maken. Dat betekent dat je ook een paar keer per week kan zonnen en zo toch doe 250 microgram per dag kan binnenhalen.
Die 100 microgram per dag is dus een zeer conservatieve bovengrens, de optimale dosering is heel waarschijnlijk een stuk hoger dan deze bovengrens. Het probleem met vitamine D is dat we niet precies weten wat het allemaal doet in het lichaam, de calciumhuishouding regelen is slechts één van de vele functies. We weten ook dat het een rol speelt in het immuunsysteem. Maar we weten ook dat heel veel genen worden gereguleerd door calcitriol terwijl we niet weten wat het effect daarvan is.
De doseringen voor vitamine D zijn vastgesteld op grond van wetenschappelijk onderzoek waarbij men zich aan dezelfde richtlijnen heeft gehouden voor medicijnen. Dat betekent dan dat men als nulhypothese aanneemt dat het geen rol in het lichaam heeft en het mogelijk zeer schadelijk kan zijn voor het lichaam. Je wil dan overduidelijk bewezen hebben dat het medicijn werkt voor bepaalde aandoeningen en het niet schadelijk is.
Die 100 microgram per dag bovengrens is tot stand gekomen nadat in een onderzoek bleek dat hoogbejaarde mensen die een éénmalige megadosering hadden gekregen iets vaker vielen. En dat in combinatie met een gebrek aan informatie waarvoor 100 microgram nutting is., laat staan overtuigend statistisch bewijs dat het een gegeven ziekte kan voorkomen of helpen te genezen, maakt dan dat we daar de grens hebben gesteld
Echter deze logica is alleen gerechtvaardigd voor medicijnen waarvan het redelijk is om a priori aan te nemen dat het geen nuttige biologische rol heeft. Dat is voor vitamine D absoluut niet het geval. Er wordt dan een vergelijkbare fout gemaakt als in het geval van fysiotherapie en lichaamsbeweging in de jaren 50. In die tijd was de mening van de medische gemeenschap dat intensief sporten schadelijk was voor het lichaam. Het hart zou sneller gaan verslijten als regelmatig aan cardio doet.
Maar onder invloed van de samenleving die meer en meer aan fitness ging doen veranderde de medische opinie. Dit gebeurde dus niet d.m.v. wetenschappelijk onderzoek met de methoden die voor medicijnen wordt gebruikt door een nulhypothese te formuleren die stelt dat het niets doet en mogelijk zeer schadelijk is en dan te kijken naar een vooraf gedefinieerde aandoening en met statische methoden te kijken of de nulhypothese voor die specifieke aandoening verworpen kan worden.
Als men op die manier fysiotherapie had beoordeeld dan was het voor een heel beperkt aantal aandoeningen goedgekeurd. Maar dit is helaas wel voor vitamine D gebeurd, de fysiologisch normale dosering van rond de 250 microgram per dag ligt als gevolg daarvan ver boven de maximale dosering.
Er zijn ook andere indirecte argumenten waarom 100 tot 250 microgram per dag een normale dosering is. Eén daarvan is de dosering voor babies. De ADH voor babies is 10 microgram per dag. Dan zou de optimale dosering per het bovenstaande verhaal natuurlijk ook hoger kunnen zijn, maar het is dan in ieder geval dus niet teveel. Het problem is dan dat in moedermelk van de meeste moeders bijna geen vitamine D zit.
Een baby drinkt ongeveer een liter moedermelk per dag, dus we moeten ons dan gaan afvragen hoe het komt dat de 10 microgram vitamine D die babies nodig hebben daar niet in zit. Uit onderzoekt blijkt dat in moedermelk wel degelijk die 10 microgram of iets meer per liter zit als de moeder per dag zo’n 125 microgram of meer vitamine D per dag binnenkrijgt.
Dus de normale hoeveelheden doe je aanmaakt door in de zon te zijn, de hoeveelheden die babies nodig hebben en de hoeveelheden in moedermelk als functie van de dosering, wijzen er sterk op dat de fysiologisch normale dosering een stuk boven de 100 microgram per dag ligt.
Hoe zit het dan met overdosering? Daar is ook veel onderzoek naar gedaan, en we weten dat je minstens 1000 microgram per dag moet slikken en dat ook nog minstens een paar maanden lang om een kans te maken om hypercalcemie te krijgen.
Vitamine D beïnvloedt namelijk zelf niet direct de calciumopname uit voedsel. Het lichaam doet dit naar behoefte en gebruikt calcitriol hiervoor dat uit vitamine D wordt gemaakt. Het lichaam handhaaft de calcium spiegel in het bloed tot binnen vrij nauwe grenzen. De voorraad calcium in de botten wordt dan aangesproken wanneer de calciumspiegel te laag dreigt te worden. Tegelijkertijd wordt er dan calcitriol door de nieren in de bloedbaan gedaan, en dat komt dan in cellen van de darmwand terecht waar het een gen aanzet wat een enzym produceert om meer calcium uit her voedsel te halen.
Calcitriol wordt aangemaakt uit calcidiol in de nieren, en calcidiol wordt uit vitamine D gemaakt in de lever. Het lichaam slaat calcidiol op, het kan naar behoefte niet alleen door cellen in de nieren worden omgezet in calcitriol maar ook door andere cellen voor andere processen. Bij een overdosering loopt de concentrate calcidiol enorm hoog op. Calcidiol in extreem hoge concentrates kan dan ondanks de slechte binding met het gen dat aangezet moet worden om het enzym te maken om calcium uit voedsel te halen, toch ervoor zorgen dat zo’n gen aan wordt gezet.
Als dat gebeurd dan leidt dat niet meteen tot hypercalcemie. omdat in het begin de calcitriolproductie in de nieren dan naar beneden gaat. Er moet zoveel meer calcium uit voedsel worden opgenomen dat zelf als de nieren de calcitriolproductie naar nul hebben teruggeregeld er toch nog teveel calcium uit eten binnenkomt. De dosering vitamine D die hiervoor nodig is enorm hoog, de 1000 microgram per dag een aantal maanden lang achter elkaar is een vrij ruime ondergrens waar dit theoretisch gezien zou kunnen beginnen in sommige mensen.