Is straks iedereen allergisch?

Een kwart van alle Nederlanders zou minimaal één allergie hebben en het lijkt erop alsof dat aantal groeit, alsof er steeds meer mensen een allergie ontwikkelen. We kunnen niet meer ontkennen dat allergieën een steeds groter probleem vormen.

Wanneer je op de menukaart van een willekeurig restaurant kijkt dan kun je altijd wel speciale dieetwensen doorgeven. En dat is niet zo verwonderlijk aangezien steeds meer mensen een voedselallergie lijken te hebben. Maar waar komt deze stijging vandaag. Wat is er aan de hand?

Van huisstofmijt tot parfum

Een allergie is een niet normale en overmatige reactie van het lichaam op een uitwendige stof en dat dan na herhaaldelijk contact. De stoffen waarvoor je allergisch kan zijn, kunnen variëren van bepaalde voedingsmiddelen, huisstofmijt of boom- of graspollen tot parfum. Niet alleen de stoffen waarvoor we allergisch kunnen zijn, zijn groot in aantal maar de allergische reacties zijn ook talrijk. Denk dan aan: niezen, tranende of jeukende ogen, verminderde reukzin, huiduitslag, maar ook ernstige symptomen zoals astma, slapte of een levensbedreigende anafylactische shock.

Wat zijn de oorzaken van een allergie?

Of je een allergie ontwikkelt, is voor een groot deel erfelijk bepaald. En ondanks het feit dat een allergie zelf niet erfelijk is, de aanleg er voor wel erfelijk. Dus wanneer er allergieën in een familie voorkomen, dan hebben de kinderen een grotere kans op het ontwikkelen van allergische klachten. Hoe meer familieleden allergisch zijn, hoe groter de kans dat het kind ook last krijgt. Maar ook als er in de familie geen allergieën voorkomen kan het kind een allergie ontwikkelen. Dan ligt de kans nog steeds tussen de 5% en de 15% op het ontwikkelen van een allergie.

Ondanks het feit dat een allergie in je erfelijke materiaal terug te vinden is, is het nog niet duidelijk welke allergie iemand op latere leeftijd zal ontwikkelen.

Worden we steeds allergischer?

Of we steeds vaker allergisch zijn, daar is helaas nog geen duidelijkheid over. Je hoort vaak dat de toenemende allergieën een direct gevolg zijn van onze toegenomen hygiëne. Allergie komt in de Westerse wereld ook meer voor, dan dat het ontwikkelingslanden voor komt. In steden meer dan op het platteland en vaker in West Europa dan in het wat meer vervuilde Oost Europa.

Het is ook zo dat allergische ziektes niet zo vaak voorkomen in samenlevingen waar men veel natuurlijk en vers voedsel eet. Echter, deze stelling kent in de medische wereld net zoveel voorstanders als tegenstanders.

Maar ook de toegenomen vervuiling zou een oorzaak kunnen zijn dan er meer en meer mensen allergieën zouden hebben. Op dat vlak is nu wel aangetoond dat vervuiling inderdaad een invloed uitoefent op allergische reacties. Allergenen hebben een krachtiger ziekmakend vermogen in de aanwezigheid van vervuiling. Het zou zo zijn dat gewassen die geteeld worden op een vervuilde bodem vaak voor hevigere allergische reacties zorgen.

Kruisallergie

Wat ook zo is dat wanneer iemand een allergie heeft dan deze persoon ook vaak nog een andere allergie ontwikkelt. We noemen dit een kruisallergie. Een kruisallergie ontstaat omdat de stof van een allergeen waar iemand zijn of haar lichaam op reageert, op de stof lijkt als in een ander allergeen. Zo komt het vaak voor dat iemand met een allergie voor berkenpollen ook een allergie kan ontwikkelen voor appels, kersen of steenvruchten. Deze bevatten namelijk een gelijkaardige stof als dat berkenpollen hebben.

Een allergie is goed te behandelen

Hoewel het er dus inderdaad op lijkt dat allergieën steeds vaker voorkomen kan er wel gesteld worden dat een allergie goed is te behandelen. De meest voor de hand liggende remedie voor een allergie is om het allergeen te vermijden. Maar dat is natuurlijk niet altijd mogelijk. Maar een allergie kan goed behandeld worden met aangepaste medicatie of vaccinatie.

Conclusie

Er zijn dus veel verschillende meningen over de vraag of we met elkaar allergischer worden. Uit onderzoek blijkt wel dat heel veel mensen zeggen dat ze allergisch zijn of zeggen dat hun kind allergisch is, maar wanneer ze dan onderzocht worden, dan is het alleen geen allergie waarvan ze last hebben, maar wellicht overgevoelig. Dat blijkt ook uit cijfers die werden gepubliceerd in het tijdschrift voor allergie en klinische immunologie. Zo denkt 26% van de volwassenen en 17% van de kinderen een allergie te hebben. In de werkelijkheid ligt dat veel lager; te weten 3% van de volwassenen en 5% van de kinderen is daadwerkelijk allergisch. Een voedselallergie wordt namelijk vaak verward met een andere overgevoeligheid. De term allergie is misschien alleen bekender dan intolerantie.

Bronnen: allesoverallergie.nl en rivm.nl